Op onze eerste bijeenkomst van het nieuwe seizoen hebben we met 22 personen een bezoek gebracht aan het Oranjemuseum in Diepenheim.
We werden ontvangen met koffie met een oranje gebak.
Hierna kregen we een uiteenzetting over de geschiedenis van de Oranjes en het ontstaan van het museum.
De (voor)geschiedenis van dit museum gaat meer dan vier eeuwen terug in de tijd: om precies te zijn naar 1597. In het najaar van dat jaar maakt Prins Maurits, zoon van Willem van Oranje en diens tweede vrouw Anna van Saksen, met een leger een veldtocht door Oost Gelderland en Twente.
Die Opstand zal later in onze vaderlandse geschiedenisboeken als de Tachtigjarige Oorlog worden aangeduid.
Voorafgaand aan de mars dwars door Twente heeft het Staatse leger een paar dagen op en rond de erve Oude Haghuis, (door sloop in 1985 uit het beeld van de “Haghoeshook” verdwenen) verbleven, om op verhaal te komen en om zich voor te bereiden op de toekomstige, mogelijk zware, gevechten. De weg, waaraan het (Nieuwe) Haghuis ligt, is daarom later bij de straatnaamgeving “Prinsendijk” en het verlengde op grondgebied van de vroegere gemeente Markelo “Mauritslaantje” genoemd.
Het was de grootste boerderij van Diepenheim , de bewoners waren grote verzamelaars van Oranje artikelen zoals bordjes, lepels, tegels, schilderijen foto`s, wat op zolder bewaard werd.
Deze verzameling werd zo groot dat er in 2006 een museum gebouwd werd door de Stichting “Nieuwe Haghuis”, het is het vierde in zijn soort in Nederland.
Daarna vertelde de heer Veltkamp over de Twentse tradities, de inhoud van het kabinet , de knipmuts en de tafelschikking en veel andere gebruiken.
We hebben genoten van zijn mooie verhalen, het was een leuke gezellige middag.
